top of page
backtoafricajambo

Mijn hb kind wil niks meer


‘Wat is dat?’

Het meisje tegenover me kijkt me vragend aan. Nog voor ik iets heb kunnen zeggen haalt ze de tas onder mijn arm vandaan en maakt hem open.

‘Huh?’

Vandaag doe ik een deel van een dynamisch onderzoek met een meisje van 8. Hoogbegaafd, maar loopt vast in het leren. Haar moeder heeft haar met veel moeite hiernaartoe gekregen. Het meisje wil namelijk niets meer en ze heeft zelf besloten dat ze te dom is om überhaupt nog iets te leren. Ze heeft er dan ook helemaal geen zin in en stond, tot net, met een sikkeneurig gezicht voor me.

In haar hand heeft ze een plastic zakje met gekleurde platte vormen van hout erin. Het zijn vierkanten, driehoeken en cirkels.

Ik ben ondertussen op de grond gaan zitten. Aan tafel werken is ook fijn, maar veel van mijn ‘klantjes’ associeren die setting met ‘school’ of ‘bijles’. Daar zit weerstand op, en dus ga ik, zodra het even kan, lekker op de grond zitten. Het liefst nog buiten. ( gelukkig kan dat heel vaak hier in Portugal)

‘Pak maar uit’, zeg ik.

Binnen mum van tijd liggen de gekleurde blokken op de grond en begint het dametje tegenover mij direct te schuiven, te onderzoeken en zelfs te bouwen. Ze stapelt hele torens op elkaar.

Ik laat haar even haar gang gaan en observeer haar zonder dat zij het merkt.

Na een paar minuten is het nieuwe eraf en kijkt ze mij vragend aan.

Ik pak één van de vierkanten op en vraag haar welke vorm dit is.

‘Een vierkant’, zegt ze trots.

‘Ok’, zeg ik, ‘en welke kleur heeft hij?’

‘Blauw!’

‘ Nou, dat is simpel, of niet?’

‘Ja, saai’

‘Ik beloof je dat het in het begin even heel gemakkelijk is maar dat het echt steeds moeilijker wordt en het strakjes niet meer saai is, goed?’

Ik leg het blauwe vierkant neer en pak de rode erbij. ‘En dit? Welke vorm is dit?’

‘Ook een vierkant, maar dan rood.’

‘Leg hem maar naast de blauwe neer’ zeg ik.

Even zie ik haar twijfelen en ze kijkt me aan, zichtbaar op zoek naar een bevestiging dat ze het goed doet.

‘Prima’, zeg ik bemoedigend.

Vervolgens vraag ik haar hetzelfde te doen met het gele vierkant.

Resoluut legt ze het gele vierkant in de rij met de andere vierkanten.

‘Mooi. En weet jij misschien ook welke vorm dit is? ‘

Ik hou een blauwe cirkel in mijn hand.

'Een rondje’, zegt ze.

‘Weet je’, zeg ik geheimzinnig. ‘Vanaf nu noemen we dit geen rondje, maar een cirkel. ‘

‘Ok’, fluistert ze samenzweerderig terug.

‘En welke kleur heeft deze cirkel?’

‘Blauw!'

‘En wat is dit?’

‘Een ro…..oh nee! Een cirkel! Een rode cirkel!’

We maken de rij af en leggen er nog een rij met driehoeken, in dezelfde kleuren, bij.

Ik werk nog een tijdje met haar verder. De opdrachten worden moeilijker. Haar moeder, die er al die tijd bij heeft gezeten, heeft net zulke rode wangen als wij. Ze heeft haar ogen uit gekeken.

Het is me niet alleen gelukt het kind weer ‘aan’ te krijgen, ( in ieder geval voor dit moment) ook moeder is behoorlijk ‘aan’ gezet gedurende het onderzoek. De opdrachten die ik met kinderen doe zijn soms voor de ouders pittiger dan voor de kinderen zelf.

‘Heb je nog meer van deze leuke ‘spelletjes’ vraagt mijn kleine vriendin met smekende oogjes aan me.

‘Morgen gaan we verder. Mag ik je dan nog meer uitdagen?’

‘Tuurlijk!’ roept ze enthousiast.

De meeste ouders die voor hulp bij mij aankloppen hebben kinderen die niets meer willen. Kinderen die al bij zoveel ‘mevrouwen en meneren’ zijn geweest dat zij er heilig van overtuigt zijn dat er iets gigantisch mis moet zijn met hen.

En ouders die mij als hun laatste strohalm zien omdat er in heel NL niemand meer is die weet wat zij nog kunnen doen.

Deze kinderen hebben niet alleen een leerprobleem, maar ook last van aangeleerde hulpeloosheid die veroorzaakt is door het zorg-syndroom van ouders, school en of andere begeleiders.

We willen allemaal het beste voor onze kinderen. Maar we vergeten vaak dat we niet van de problemen van het kind uit moeten gaan maar van het kind zelf, inclusief zijn kwaliteiten.

Door de focus te leggen op de ‘problemen’ en daar op alle mogelijke manieren hulp voor te zoeken, aandacht aan te besteden en het te bestrijden, is het uiteindelijke resultaat niet dat de ‘problemen’ opgelost zijn, maar dat je een kind hebt dat al het vertrouwen in zichzelf en de toekomst kwijt is, niets meer wil en er nog meer problemen bij heeft gekregen.

Het kind gaat zich vervolgens steeds afhankelijker opstellen, waardoor de ouder nog meer gaat investeren in het bestrijden van het ‘probleem’.

Dat is net zoiets als dat je met een flinke koemelk allergie bij de dokter komt, deze een doosje anti allergie pillen meegeeft en je vervolgens uitlegt dat je vooral koemelk moet blijven drinken. Daar ga je je niet beter door voelen toch?

Aangeleerde hulpeloosheid is het eerste dat aangepakt moet worden als je je kind ècht wilt helpen.

Hoe je dat doet?

Handen op de rug!

Niet letterlijk, maar laat het materiaal, het initiatief en de manier ‘waarop’ zoveel mogelijk bij het kind. Geef de regie weer terug aan het kind.


Het doel van mijn dynamisch onderzoek is om in kaart te brengen waardoor het kind vastloopt. Vervolgens ga ik met het kind doelgericht ( en op een niet-schoolse manier) inzetten op het stimuleren van de cognitieve bouwstenen waardoor de kern van het ‘probleem’ aangepakt wordt en het kind vaardigheden ontwikkelt die het op alle mogelijke momenten in zijn leven kan toepassen en gebruiken.


Het kind wordt eigenaar van het probleem, krijgt de regie terug en staat weer ‘aan’. Niet doordat hij volgens een bepaalde methode aan symptoombestrijding kan doen, maar omdat de kern van het probleem aangepakt wordt vanuit de kwaliteiten van het kind.

Nieuwsgierig naar dit traject? Klik op onderstaande link!




Er zijn nog weken vrij in de zomervakantie, dus waarom niet het één met het ander combineren?

En geloof me, jouw kind zal het niet als ‘werken’ ervaren, of als ‘moeten’. Daarvoor zijn de activiteiten veel te leuk!







65 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page