Kinderen waarbij bepaalde executieve functies ontoereikend ontwikkeld zijn laten o.a. problemen zien in het leren. Veel voorkomende problemen zijn bijvoorbeeld: niet kunnen plannen, hoofdzaken van bijzaken onderscheiden, aandacht richten en volhouden, vasthouden aan eigen denkstrategiën etc.
Wat verstaan we onder de executieve functies?
De executieve functies zijn onder te verdelen in twee groepen:
Denkvaardigheden en gedrag.
Denkvaardigheden:
Planning
Organisatie
Time management
Werkgeheugen
Metacognitie
Gedrag:
Reactie inhibitie
Emotieregulatie
Volgehouden aandacht
Taak initiatie
Flexibiliteit
Doelgerichtheid
Naast de executieve functies zijn er de cognitieve functies, door Emiel van Doorn ondergebracht in een omgekeerde piramide. De cognitieve functies worden gebruikt bij alles wat je doet. Van grasmaaien, tot iets opzoeken op google, van tafels leren tot eten koken. Maar ook in alle sociale en emotionele processen.
Wat er vaak vergeten wordt, is dat de executieve functies nauw in verband staan met de cognitive functies.
Een voorbeeld
Een kind heeft grote moeite met het richten van de aandacht en het vasthouden daarvan. Dat dat zeer nadelig uitpakt in zijn leerproces en leerprestaties moge duidelijk zijn.
Op het moment dat een kind met een opdracht bezig gaat, gaat het door 3 fasen van informatieverwerken heen:
De opname fase
De verwerkingsfase
De weergavefase.
Opname fase:
Het kind verzameld gegevens die nodig zijn voor het oplossen van het probleem.
Verwerkingsfase:
Het kind brengt de gegevens uit de opnamefase met elkaar in verband zodat het de taak goed kan uitvoeren. ( het lastige hierbij is dat je als ouder/begeleider geen zicht hebt op dit proces. Je kunt tenslotte niet in het hoofd meekijken.)
Weergavefase:
Het kind laat zien wat de uitkomst is van het denkproces.
Een kind dat moeite heeft met de aandacht richten en vasthouden heeft een duidelijk probleem in de opname fase. Komt de gegeven instructie gefragmenteerd binnen doordat de focus en de aandacht er niet is, dan heeft dat tot gevolg dat er in de verwerkingsfase en weergave fase dingen niet goed gaan.
Om een kind te helpen de aandacht te leren richten en vast te houden is het raadzaam om doelgericht aan de slag te gaan met de volgende cognitieve functies:
Waarnemen
Nauwkeurig zijn
Niet-impulsief zijn ( in het denkproces)
Niet blokkeren
Gegevens verzamelen
Relatie leggen
Niet egocentrisch communiceren
Tijdsoriëntatie.
Om een executieve functie te kunnen uitvoeren zijn er dus een groot aantal cognitieve functies nodig.
Dat betekent dat wij ons er bewust van moeten zijn dat een kind met problemen in de executieve functies in eerste instantie hulp zou moeten krijgen bij het ontwikkelen van zijn ontoereikende cognitieve functies.
En dat kan iedereen leren.
Comments